De auditor werkt met een gedragscode ten opzichte van zijn preclear, die bekendstaat als de "Auditorscode" en houdt zich daaraan. Dit is een stelsel van strikt te volgen regels, die erop gericht zijn de preclear de grootst mogelijke spirituele winsten te laten behalen uit auditing. De Auditor’s Code werd ontwikkeld door vele jaren goed te observeren. Het is de ethische code die de acties van een auditor bepaalt.
In navolging van de Auditor’s Code belooft de auditor bijvoorbeeld dat hij nooit geheimen zal onthullen die door een preclear tijdens een auditingsessie zijn onthuld. Volgens traditie is alle communicatie tussen een geestelijke en zijn parochianen vertrouwelijk, en dit is bij auditing ook het geval. De zaken die in vertrouwen tijdens een auditingsessie zijn verteld, worden door de Kerk als heilig beschouwd en worden nooit naar buiten gebracht.
Auditing is alleen succesvol wanneer de auditor zich naar de code gedraagt. Een auditor vertelt nooit aan de preclear wat hij over zichzelf zou moeten denken, noch geeft hij zijn mening over wat er wordt geauditeerd. Een doel van auditing is het herstellen van de zekerheid van de preclear ten aanzien van zijn eigen gezichtspunt; evaluatie voor de preclear belemmert slechts het bereiken van dit doel. Vandaar dat zulke evaluaties volgens de code verboden worden.
De eigenschappen die door de Auditor’s Code worden vereist zijn in feite die eigenschappen die als de beste in de mens worden beschouwd. Een auditor bejegent zijn preclear met vriendelijkheid, affiniteit, geduld en meer van dat soort deugden om de preclear te helpen gebieden van spiritueel leed of moeilijkheden onder ogen te zien.